Hoeveel geld is nodig om uw pensioen uit te kunnen betalen

Han Baaij, vice-voorzitter bestuur PST (september 2020)

Omdat we niet weten hoe lang u zal leven en welk rendement we op onze beleggingen gaan maken kunnen we dat niet exact uitrekenen maar moeten we dat schatten. Dat schatten is het werk van de actuaris.

Hoe lang leven we

Hoe lang we het pensioen uit moeten keren, berekenen we aan de hand van sterftetabellen die eens in de twee jaar gepubliceerd worden door het Koninklijk Actuarieel Genootschap. Deze zijn gebaseerd op waarnemingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de verwachting over stijging van de levensverwachting. Voor ons pensioenfonds worden de sterftetabellen nog gecorrigeerd voor waargenomen sterfte bij werkenden in onze bedrijfstak.
De zo bepaalde sterfte is weliswaar een schatting, maar is meestal behoorlijk nauwkeurig, behoudens speciale gebeurtenissen zoals de huidige Corona pandemie.
Omdat vooral ouderen geraakt worden door deze pandemie sterven meer ouderen dan verwacht en ontstaat er sterftewinst.

Het risico op verlies dat ontstaat als de sterfte afwijkt van de verwachting bestaat uit twee soorten risico’s:

  • het langleven risico, ouderen krijgen langer pensioen dan verwacht en
  • het kortleven risico dat ontstaat als een actieve deelnemer jong sterft en er een nabestaandenpensioen dient te worden uitgekeerd waarvoor nog onvoldoende geld is ingelegd.

Er zijn nog twee andere “actuariële” risico’s die het fonds loopt en dat heeft te maken met arbeidsongeschiktheid: als een deelnemer arbeidsongeschikt wordt krijgt hij (mogelijk) een arbeidsongeschiktheidspensioen als aanvulling op de WIA-uitkering en wordt zijn pensioenopbouw premievrij voortgezet. Voor deze risico’s wordt premie betaald gebaseerd op verwachte arbeidsongeschiktheid maar als er meer arbeidsongeschiktheid ontstaat dan verwacht ontstaat er verlies.

Voor het kortleven risico en het arbeidsongeschiktheidsrisico heeft ons fonds een zogenaamde stop-loss verzekering die uitkeert als het totale verlies op kortleven en arbeidsongeschiktheid over een periode van 5 jaren meer bedraagt dan ca. € 20.000.000,- (het eigen behoud). Je zou dit kunnen vergelijken met een brandverzekering met een hoog eigen risico: je hoopt dat er nooit schade (verlies) is maar in het geval die er wel is, heb je dekking.

Wat is het te verwachten rendement in de toekomst

Het gemiddeld per jaar te verwachten rendement, de zogenaamde rekenrente, is een veel moeilijker in te schatten grootheid dan sterfte en arbeidsongeschiktheid en geeft in de huidige tijd met de onvoorziene lage rentestand veel discussie.

De meeste collectieve pensioenregelingen zijn regelingen waarbij een zeker pensioen (gebaseerd op diensttijd en salaris) wordt toegezegd. Dit pensioen kan geïndexeerd worden als er genoeg geld (als gevolg van mooie rendementen) aanwezig is in het fonds, maar er bestaat geen recht op indexatie: het fonds garandeert een zeker pensioen en heeft de ambitie om te indexeren door goed te beleggen.

De rente op staatsobligaties van financieel sterke landen als Duitsland en Nederland wordt wel de risicovrije rente genoemd omdat het vrijwel zeker is dat deze landen aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. Beleggen in obligaties van deze landen geeft dus zekerheid.
In de vorige eeuw bewoog deze risicovrije rente zich tussen de 5% en 10%, terwijl de actuaris met een rekenrente van 4% rekende, dat toen was toegestaan. Hierdoor kon met grote mate van zekerheid meer rendement gemaakt worden waardoor de ambitie om te indexeren gemakkelijk waargemaakt kon worden.
Vanaf het jaar 2000 is de risicovrije rente echter jaar in jaar uit gedaald waardoor met een veel lager rendement gerekend moest worden.
Om toch de ambitie om te indexeren waar te maken gingen pensioenfondsen meer risicovol beleggen zoals bijvoorbeeld in aandelen. Op lange termijn levert meer risico naar verwachting ook meer rendement op maar er kunnen wel grote schokken ontstaan (denk aan de kredietcrisis in 2008). Voor risicovol beleggen dienen de fondsen (volgens de wet) dan ook buffers aan te houden.

Vanwege de rentedaling zijn een aantal pensioenfondsen in de problemen gekomen en dreigt er dat de rechten van de deelnemers gekort moeten worden. Gelukkig geldt dit niet voor ons fonds en is er een aantal jaren ook indexatie mogelijk geweest.
Door de Corona pandemie is de zogenaamde dekkingsgraad van ons fonds fors gedaald waardoor indexatie vooralsnog niet mogelijk is, maar korting van de pensioenrechten is zeker nog niet aan de orde.

In hoeverre de rendementen in de komende jaren zullen herstellen en hoe lang dat duurt is onzeker. Het bestuur houdt vast aan de ambitie om te indexeren maar streeft er in ieder geval naar om korting van rechten te voorkomen. Dit is bepalend voor de mate waarin de beleggingsrisico’s genomen zullen worden.